Deze website plaatst alleen functionele cookies 

Wij verzamelen en delen geen privacy gevoelige informatie via deze website en gebruiken alleen noodzakelijke, functionele cookies. Deze helpen de website bruikbaarder te maken, door basisfuncties als paginanavigatie en toegang tot beveiligde gedeelten van de website mogelijk te maken. Zonder deze cookies kan de website niet naar behoren werken. 

Akkoord
Niet akkoord

Wij willen gaan samenwonen/trouwen

besparen_trouwen

Voor je gevoel maakt het mogelijk niet uit of je gaat samenwonen mét of zonder trouwboekje, of geregistreerd partnerschap. Als je maar gelukkig bent... Toch zijn er (financieel) grote verschillen. Nu én later. We lichten die graag toe.  Hieronder vind je alvast vijf aandachtspunten.

1. De gezamenlijke woning

Het onderscheid tussen 'gewoon' of getrouwd samenwonen heeft iets andere gevolgen bij een koopwoning in vergelijking met een huurwoing. 

Huurwoning | Als je 'gewoon' samenwoont, ben je niet automatisch allebei huurder van de huurwoning. In het huurcontract staat wie de huurder is. Sta je niet als huurder in het contract? Dan mag je soms niet in je huis blijven wonen. Bijvoorbeeld bij overlijden van de officiële huurder of als de relatie eindigt. Voorkom problemen en vraag het 'medehuurderschap' aan.

Door het huwelijk of geregistreerd partnerschap ben je automatisch wettelijk medehuurder. Je hebt allebei dezelfde rechten tegenover de verhuurder.

Koopwoning | Als je zonder verdere afspraken samenwoont in een koopwoning ben je daar niet automatisch allebei eigenaar van. In het koopcontract staat wie de eigenaar van de woning is. De hypotheekakte vermeldt wie er verantwoordelijk is voor de hypotheek. In een samenlevingsovereenkomst kun je afspraken vastleggen over de koopwoning. Bijvoorbeeld over de verdeling van de vaste lasten. Of over de verdeling van de (over)waarde bij verkoop.

Ben je getrouwd of is er een geregistreerd partnerschap dan zijn jullie beiden voor de helft eigenaar van de koopwoning als je die samen hebt gekocht. Daarbij is het niet van belang of de een evenveel betaalde als de ander.
Heeft jouw partner de woning alleen gekocht? Dan zijn jouw rechten ervan afhankelijk of je in (beperkte) gemeenschap van goederen bent getrouwd.
Heb je huwelijkse of partnerschapsvoorwaarden op laten stellen bij een notaris? Dan kan in dat document vermeld staan wie (in welke mate) eigenaar is van de woning.

2. Bezittingen en schulden


Bij samenwonen geldt: spullen die je samen koopt, zijn van jou en je partner samen. Van spullen die je zelf (alleen) kocht, blijf jij de eigenaar - tenzij je hier andere afspraken over hebt gemaakt in het samenlevingscontract of in een notariële akte. Overigens moet je kunnen bewijzen welke spullen van jou of jullie zijn. Houd daarom een administratie bij. Soms staat dit ook als verplichting in je samenlevingscontract.

Bij trouwen of een geregistreerd partnerschap gelden de regels uit de wet (tenzij jullie bij de notaris iets anders hebben geregeld over jullie bezittingen en schulden). Welke regels er gelden, is afhankelijk van jullie trouwdatum.

Vóór 1 januari 2018 getrouwd of een geregistreerd partnerschap aangegaan? Dan is er automatisch een gemeenschap van goederen. Alle bezittingen en schulden van jou en je partner zijn van jullie samen.

Na 1 januari 2018 getrouwd of een geregistreerd partnerschap aangegaan? Dan geldt er automatisch een 'beperkte' gemeenschap van goederen.

Tenzij er dus huwelijkse of partnerschapsvoorwaarden zijn overeengekomen.

3. Kinderen


Van een stel dat samenwoont en een kind krijgt, is alleen de moeder volgens de wet de (juridische) ouder. Zij heeft dan ook alleen het gezag. Als de vader dezelfde rechten en verantwoordelijkheden wilt, dient hij het kind eerst bij de gemeente te erkennen. Daarna moeten jullie het gezamenlijk ouderlijk gezag aanvragen bij de rechtbank.

Wordt jouw kind tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap geboren? Dan ben je allebei juridisch ouder en heb je samen het ouderlijk gezag over jullie kind. Hier wijkt de wet wat af in geval van geregistreerde partners. Is jullie kind  geboren vóór 1 april 2014? Dan moet de vader het kind eerst erkennen om juridisch ouder te worden.

Ongeacht binnen welke vorm je samenwoont, geldt: ga je uit elkaar en heb je samen het gezag over de kinderen? Dan moet je samen een ouderschapsplan opstellen. Je moet ook afspraken maken over de kinderalimentatie.

4. Erven


Bij samenwonen geldt dat je geen erfgenaam van elkaar bent, tenzij je dit in een testament hebt geregeld.

Bij een huwelijk of geregistreerd partnerschap ben je automatisch elkaars erfgenaam, tenzij in een testament iets anders is vastgelegd.

Hoeveel je van een erfenis overhoudt, wordt mede bepaald of je volgens de (belasting)wet wel of geen partners bent. Soms kom je daarvoor ook in aanmerking zonder samenlevingscontract. De webpagina Wie zijn partners voor de erfbelasting licht dit toe. 

5. Scheiden

Woon je samen, dan hoef je voor de beëindiging van jullie relatie niet naar de rechter. Heb je een samenlevingscontract dan staat daarin wat je moet doen. Soms vermeldt dit contract ook wat je onder elkaar moet verdelen. En hoe.

Ben je getrouwd en ga je uit elkaar? Dan heb je de rechter nodig om te scheiden. Dat geldt ook voor een geregistreerd partnerschap wanneer je beiden het ouderlijk gezag over de kinderen hebt.

Heb je een geregistreerd partnerschap en geen kinderen? Of wel kinderen maar niet beiden het ouderlijk gezag? In die gevallen kun je met behulp van een advocaat of notaris scheiden. Je maakt afspraken over de partneralimentatie en de manier waarop jullie eventueel opgebouwde pensioen(en) verdelen. Dit laatste ook weer alleen voor zover je dit  niet heb uitgesloten binnen je huwelijkse of partnerschapsvoorwaarden.

Wat wil je weten?

Als je wilt gaan samenwonen of trouwen dan is het belangrijk om te weten wat de juridische en financiële gevolgen zijn. Wij kunnen je snel inzicht geven in welke zaken te regelen voor onder andere de woning, bezittingen en schulden, kinderen en vererven. 

Veelgestelde vragen

Kan ik een hypotheek krijgen zonder vast contract?

Heb je nog geen vast contract? Je kunt dan je werkgever vragen of hij op zijn werkgeversverklaring wil opschrijven dat hij van plan is om je huidige dienstverband voor 'bepaalde tijd' na afloop om te zetten naar een arbeidsovereenkomst voor 'onbepaalde tijd' (een vaste baan). Voor de meeste geldverstrekkers biedt dat voldoende zekerheid bij het beoordelen van een hypotheekaanvraag.

Ook als er geen zicht is op een vast dienstverband, bestaat de mogelijkheid dat de bank zijn oordeel wil baseren op basis van je gemiddelde inkomen uit de laatste 3 jaar. Dit noemt men wel het 'flexinkomen'. We kunnen tegenwoordig met diverse uitzendorganisaties in overleg treden om een toetsinkomen vast te stellen. We bespreken de mogelijkheden graag met je. 

Wat betekent het JKP (jaarlijks kostenpercentage)?

Via het jaarlijks kostenpercentage (JKP) krijg je een betere vergelijking tussen hypotheekaanbieders. Het JKP is het percentage dat je betaalt inclusief bijkomende kosten én rekening houdend met of je vooraf of achteraf de rente betaalt. Het drukt de totale kosten van de hypothecaire lening uit als jaarlijks percentage. Dat is dus altijd hoger dan de nominale rente (de hypotheekrente). In de berekening van het JKP is een inschatting van de volgende kosten meegenomen:

  • het bedrag dat je jaarlijks aan rente en aflossing betaalt voor de lening
  • plus de kosten die je moet maken om de lening te kunnen krijgen (dat kan variëren, maar denk aan: kosten voor NHG; advies- en bemiddeling; taxatie; inschrijving kadaster; opstalverzekering; overlijdensrisicoverzekering

Wat betekent een hypotheek voor mijn belastingaangifte?

Het Nederlands belastingstelsel is opgedeeld in drie zogenaamde ‘boxen’. 

  • Box 3 kijkt naar je vermogen: het verschil tussen je bezittingen en schulden.
  • Box 2 kijkt alleen naar inkomen uit een ‘aanmerkelijk belang’ in een onderneming
  • In Box 1 zit het zogenaamde ‘belastbaar inkomen uit werk en woning’. Hierin valt bijvoorbeeld je salaris, een uitkering en winst uit je onderneming. In deze box kom je ook je (eerste*) eigen woning en je hypotheek tegen 

Voordeel van een eigen woning is, dat je in Box 1 de betaalde hypotheekrente mag aftrekken van je inkomen. Daar tegenover staat dat je het ‘eigenwoningforfait’ erbij moet optellen. Toch levert dat per saldo vaak een fikse teruggave op. 

Direct verlagen van je maandlasten
Het belastingvoordeel krijg je normaal gesproken in één keer terug binnen 2-3 maanden nadat je aangifte deed over het afgelopen jaar. Je kunt echter ook zorgen dat je direct al maandelijks een teruggave krijgt. Dat betekent elke maand lagere woonlasten. Je doet dat in vier eenvoudige stappen in Mijn Belastingdienst, via een Verzoek om een voorlopige aanslag. Zorg dat je je gegevens hiervoor bij de hand hebt. Dit zijn naast je DigiD in ieder geval:

  • Inkomsten over het lopende kalenderjaar
  • Saldo van je spaarrekening en de hoogte van andere vermogensbestanddelen
  • De WOZ-waarde van je woning (van vorig jaar)
  • Gegevens over de hypotheek
  • Overzicht van de aftrekposten

Geen aftrek hypotheekrente*
Heb jij een tweede woning gefinancierd met een hypotheek? De hypotheekrente die je hiervoor betaalt is niet fiscaal aftrekbaar. Dit geldt ook als je een deel van de hypotheek niet gebruikt voor de eigen woning, maar bijvoorbeeld voor het kopen van een auto. Dit heeft te maken met het feit dat dit deel van de hypotheek dan niet in box 1 valt, maar in box 3: bezittingen en schulden.